Alles draait om lezen

Waar krijg je de mooiste kans om lezen een centrale plaats te geven in het voortgezet onderwijs? Bij het opbouwen van een nieuwe school. Op het jonge Limus College in Vleuten krijgt het vak Nederlands helemaal vorm rondom (jeugd)literatuur. Ook in het projectonderwijs, waarin veel vakken geïntegreerd zijn, spelen rijke teksten een grote rol. “Lezen is de kern van alles.” Download hier het opgemaakte portret.

In augustus 2023 gingen de deuren van het Limus College open: een nieuwe, brede scholengemeenschap in Vleuten waar leerlingen leren vanuit intrinsieke nieuwsgierigheid. In alle vakken en leergebieden gaan ze op onderzoek uit om op die manier zichzelf en de wereld te ontdekken. “Door zelf onderzoek te doen, komen ze voortdurend in aanraking met rijke, niet voorbewerkte teksten”, zegt docent Nederlands Karin Bennink. “Zo ervaren ze dat lezen belangrijk is en dat het je leven kan verrijken.”

Verrijking

Voor de ontwikkelgroep die het onderwijsconcept van het Limus College ontwierp, stond vanaf het begin vast dat lezen een belangrijke plaats moest krijgen. De afnemende leesvaardigheid belemmert jongeren in hun latere functioneren in de maatschappij en hun sociale en persoonlijke ontwikkeling, zegt docent wiskunde en biologie Cindy Hes, die bij de onderwijsontwikkeling betrokken is. “Goed kunnen lezen is niet alleen belangrijk om je belastingaangifte te kunnen doen, het helpt je ook om verhalen te begrijpen. Je leert je in anderen verplaatsen, ontwikkelt meer empathisch vermogen. En je hebt het nodig om kritisch te kunnen leren denken en reflecteren.”

Zo ervaren ze dat lezen belangrijk is en dat het je leven kan verrijken.

Literatuur

Anderhalf jaar na de start is het leesonderwijs op het Limus College nog lang niet ‘af’. Het groeit mee met de school, die in het voorjaar van 2025 drie eerste en twee tweede klassen heeft en waar een stuk of twintig docenten werken. Het voordeel van zo’n jonge school is dat er geen gevestigde kaders zijn en minder neuzen die dezelfde kant op moeten wijzen. “Als ik morgen beslis dat ik in mijn lessen nóg meer met boeken wil doen, houdt niemand me tegen”, zegt Karin, die tot augustus 2025 de enige docent Nederlands is.

De Beeldredaktie / Herbert Wiggerman

Literatuur

Sinds Karins aantreden is het neerzetten van een goede leerlijn Nederlands haar prioriteit. “Wat het Limus College uniek maakt, is dat we het vak Nederlands geven rondom literatuur of in elk geval onderwerpen die met Nederlands te maken hebben. Niet aan de hand van willekeurige tekstfragmenten in een methode, maar aan de hand van artikelen over de Kinderboekenweek, recensies over boeken die meedoen aan de Gouden Griffel, noem maar op. Betekenisvolle teksten vol leesprikkels.”

Bibliotheek

Doel nummer één is om bij alle leerlingen motivatie voor lezen te laten ontstaan. Daar zijn allereerst goede boeken voor nodig. Dus richtte Karin met budget dat zij bij haar aantreden had bedongen, op school een bibliotheek in. Ze deed dat zelf, met hulp van de jeugdboekenspecialist van de Algemene Boekhandel in Amersfoort, om zoveel mogelijk van het geld aan boeken te kunnen besteden. “Het had ook gekund via Bibliotheek op School, maar dan krijg je er een leesspecialist bij en dat werd gezien ons kleine leerlingaantal naar verhouding duur.”

Lezen in de les

Uit de nieuwe bibliotheek lezen alle leerlingen die de vmbo-route volgen, vier van oorsprong Nederlandstalige boeken per jaar. Bij de havo zijn dat er vijf en bij het vwo zes. Leerlingen mogen ook zelf boeken aandragen, mits oorspronkelijk Nederlandstalig en voor hun leeftijd en niveau geschikt. Het lezen gebeurt thuis, maar ook tijdens de lessen Nederlands, en minstens 15, liefst 20 minuten per keer: “Uit onderzoek blijkt dat 10 minuten echt te kort is.” Bovendien wordt elke week een van de vijf ‘dagstarts’ met een half uur lezen ingevuld.

Leescultuur

Door leerlingen veel te laten reflecteren op wat ze lezen, hoopt Karin een leescultuur te laten ontstaan waarin leerlingen elkaar enthousiast maken. Eerstejaars beginnen bijvoorbeeld met een ‘leesautobiografie’, waarin ze reflecteren op de rol van lezen in hun leven tot nu toe. Later vertellen leerlingen elkaar over boeken die ze aan het lezen zijn. Dat doen ze onder meer aan de hand van de Leescyclus, een kaartspel voor jeugdliteratuuronderwijs. Verder heeft elke klas een digitaal lokaal in ‘Hebban in de klas’. Daar houden leerlingen bij wat ze lezen en leuk vinden, en schrijven ze recensies. Karin: “Regelmatig stel ik hier een simpele vraag die ze als huiswerk moeten beantwoorden. Bijvoorbeeld: zou je met de hoofdpersoon in je boek bevriend kunnen zijn?”

Kettinglezen

Naast boeken naar keuze zijn er ‘ketting-leesboeken’: een leerling leest thuis twee hoofdstukken, vertelt in de les waar die hoofdstukken over gaan, en geeft het boek door aan de volgende leerling. Karin gebruikt het ketting-leesboek als betekenisvolle context in de les. “Ik maak voor begrijpend lezen bijvoorbeeld vragen bij een fragment uit dat boek, bij een recensie over dat boek of bij een artikel over literatuur waarin het boek wordt genoemd. Zo bereid je leerlingen voor op het type vragen dat ze uiteindelijk in het centraal examen krijgen, maar dan wel in een betekenisvolle context.”

Schrijven

Ook andere onderdelen van het vak Nederlands staan in het teken van literatuur. Vaardigheden leren leerlingen via opdrachten die een relatie hebben met literatuur of onderwerpen die met Nederlands te maken hebben. Omdat het Limus College in de onderbouw heterogene groepen heeft, differentieert Karin daarbij naar route (vmbo, havo, vwo). Neem het schrijven van een e-mail: voor de vmbo-route schrijven leerlingen een mail aan de hoofdpersoon van hun boek, voor de havoroute een mail als redacteur aan de auteur van het boek en voor de vwo-route een persoonlijke mail aan de auteur waarin zij reflecteren op hun leeservaring en de levenslessen die ze door het boek hebben geleerd.

Gretig

De sterke focus op literatuur en lezen (leerlingen doen bijvoorbeeld ook mee aan de voorleeswedstrijd Read 2 me! en de poëziewedstrijd Doe Maar Dicht Maar) begint vruchten af te werpen. Leerlingen worden gretig naar literatuur, er ontstaat een ‘leesvibe’. Een verheugde ouder mailde onlangs: ‘Voor het eerst hebben we thuis een dochter die enthousiast over boeken vertelt aan tafel en ook echt aan het lezen is!’ Dat merkt Karin ook: “Leerlingen die van tevoren zeggen: ‘zoveel boeken per jaar, dat lukt mij echt niet!’ komen een tijdje later terug: ‘ik heb dit boek nu al uit!’ Er wordt soms bijna gevochten om de boeken die ik na ieder weekend meeneem naar school. Dan heb ik twee exemplaren en schieten er vijf gretige handen de lucht in.”

Lezen is de kern van alles.

Projectonderwijs

Een grote kracht is dat het Limus College het leesonderwijs niet tot Nederlands (en andere talen) beperkt. Ook in het projectonderwijs, waarin de meeste zaakvakken zijn geïntegreerd, spelen rijke teksten een hoofdrol. In acht tot tien weken durende vakoverstijgende projecten gaan leerlingen zelf op onderzoek uit. “Ze moeten goede informatie zoeken, op waarde schatten en daarop reflecteren. Daarbij komen ze natuurlijk allerlei teksten tegen”, zegt Cindy Hes, die samen met nog zes docenten de projecten ontwerpt. “Lezen is de kern van alles.” 

Wisselwerking

Ook vaardigheden zoals spreken en schrijven spelen in alle projecten een rol. Steeds vaker gebeurt dat in wisselwerking met het vak Nederlands en andere talen. Zo ging aan een debat dat leerlingen voor het project ‘Tot hier en niet verder’ moesten voeren in het gemeentehuis van Utrecht, een les Nederlands vooraf waarin de debatstructuur werd uitgelegd en waarin leerlingen een artikel uit de Groene Amsterdammer lazen over het versterken van de democratie.

De talen zijn niet alleen maar dienstbaar aan de projectvakken: in de projecten is ook ruimte voor literatuur. Voor het project Multicultureel Utrecht moeten leerlingen bijvoorbeeld het verhaal van een migrant schrijven. Karin: “Dan neem ik bij Nederlands een stapel boeken over migratie mee en zeg ik: ‘het lukt beter als je eerst een paar verhalen hebt gelezen.’ Vervolgens komen leerlingen verwonderd terug: ‘het verhaal in dit boek is bijna hetzelfde als dat van de man die wij hebben gesproken!’ Je ziet de ‘klik’ in hun hoofd: literatuur gaat over de echte wereld.”

Lijst met aanbevolen boeken

De volgende stap in de ontwikkeling is om de ‘haakjes’ tussen de talen en de projectvakken precies op de juiste plekken te zetten en te verdiepen. Karin: “Het zou bijvoorbeeld mooi zijn als ik volgend jaar voorafgaand aan het project Multicultureel Utrecht bij Nederlands de verhaaltechnieken behandeld heb.” Verder willen de docenten van de projectvakken onderwijsinhoud van de talen gaan opnemen in de projectboekjes die ze samenstellen. En dan niet alleen de vaardigheden die bij de talen worden behandeld, maar bijvoorbeeld ook een lijst met aanbevolen (lees)boeken. “We willen echt dat het onderwijs één geheel wordt”, zegt Cindy.

Enthousiasme

In samenhang zit volgens Karin ook de grootste kans voor beter leesonderwijs in het vo. “Vakken doen heel veel dingen dubbel. Als dat niet meer hoeft, komt er tijd vrij die je kunt besteden aan het lezen van boeken. Vervolgens komt het erop aan dat je als docent Nederlands (of Engels, of Spaans) enthousiast bent – of wórdt – over lezen. Duik erin! Er zijn vast boeken die jou aanspreken. Laatst hoorde ik in de Leescast, dat is de podcast van Stichting Lezen, een onderzoeker vertellen hoe essentieel dat enthousiasme is. Tot slot is het belangrijk om je vakkennis op orde te hebben en te gebruiken in de klas. Ontwikkelingen in de jeugdliteratuur? Weet wat er speelt. Kinderboekenweek? Verdiep je erin. Daar liggen kansen voor mooi leesonderwijs.”

Gerelateerde items