Je kunt niet altijd zien of een leerling nieuwsgierig is, omdat kinderen hun nieuwsgierigheid op verschillende manieren uiten. Zo zijn er stille, introverte kinderen, die niet veel vragen stellen. Zij vragen zich weldegelijk van alles af, maar maken dat niet makkelijk kenbaar. Daarnaast zijn er drukke kinderen, die volop experimenteren en ‘lukraak’ van alles uitproberen. Leraren ervaren dat gedrag vaak als ‘lastig’ en herkennen het niet als nieuwsgierigheid.
Jonge kinderen uiten hun nieuwsgierigheid door veel vragen te stellen, maar vaak vermindert dat met de jaren. Niet omdat ze minder nieuwsgierig worden, maar omdat veel kinderen gaandeweg het idee krijgen dat vragen stellen op school niet wenselijk is. Ze veronderstellen bijvoorbeeld dat je dom bent als je veel vragen stelt, of dat alleen nerds dat doen. Dat veel vragen stellen voor veel kinderen een negatieve connotatie heeft, hangt samen met de leercultuur in de klas.
Het is belangrijk dat leraren zich ervan bewust zijn dat elke leerling in principe nieuwsgierig is en verbeeldingskracht heeft, maar dat kinderen dat op verschillende manieren laten zien. Daarom kijk je heel goed naar het kind: hoe uit jij je nieuwsgierigheid? Wat zit er nog meer in jou? Wat denk jij, wat vraag jij je af? Welke oplossingen kun jij bedenken? De nieuwsgierigheid van ieder kind herkennen en aanwakkeren; dat is een voorwaarde voor onderzoekend en ontwerpend leren.
In de hier bijgevoegde folder van het Centrum Brein en Leren, de column van Martine Blonk en een artikel in Didaktief lees je daar meer over.