In het schooljaar 2021 – 2022 zijn er vijf nieuwe Kennislabs gestart. Hoe werkt dat nu, zo’n Kennislab? We spraken met een deelnemer van het Kennislab ‘professionele identiteit van (aanstaande) leraren’ uit schooljaar 2020 – 2021.
Ik werk bij de tweedegraads lerarenopleiding en was zowel benieuwd naar het thema als naar de methode van de Kennislabs. Het sprak me wel aan dat het maar acht bijeenkomsten waren. En het thema ‘professionele identiteit’ is iets waar we op de lerarenopleiding veel aandacht aan besteden, dus daar wilde ik wel meer mee.
We zijn gestart midden in de corona-lockdown en we konden dus niet fysiek bij elkaar komen. Eerst dacht ik dat dat de samenwerking zou belemmeren, maar het bleek eigenlijk juist een voordeel te zijn: niemand hoefde te reizen en zo kon onze groep – met deelnemers uit Arnhem, Nijmegen, Eindhoven , Tilburg, Venlo- toch afspreken. En we leerden elkaar door de werkvormen in de methodiek ook wel goed kennen.
Er zijn powerpoints voor alle 8 de bijeenkomsten en die bieden een soort van structuur. Je hoeft die niet te gebruiken, maar ze geven wel aan wat er in die betreffende bijeenkomst centraal moet staan. Het bleek een goed hulpmiddel. In andere groepen waar wordt samengewerkt gaat het soms alle kanten op, of het blijft bij eindeloos praten. Nu was het per bijeenkomst doelgericht.
Het was heel erg verrijkend dat de deelnemers van diverse scholen en leraren opleidingen kwamen. We maakten afspraken over wat we zouden doen voor een volgende bijeenkomst en ik merkte dat dat een sneeuwbal effect had. Iemand zei dan bijvoorbeeld ik ga een collega interviewen, en dan zei een ander, ik ga daar een artikel over lezen en zo bedacht iedereen iets. Ik zou het geen groepsdruk noemen, maar je wilde allemaal wel een activiteit op je nemen.
Ik was verrast dat het thema ‘professionele identiteit’ zo enorm bleek te leven bij de collega’s van de scholen. Ik dacht dat het vooral een theoretisch begrip was dat we op de lerarenopleiding hanteren, maar het bleek dus echt een gespreksonderwerp dat op scholen speelt. Daar sluit dus ook ons uiteindelijke ‘ontwerp’ bij aan, we hebben een koffer ontwikkeld met allemaal werkvormen om over professionele identiteit in gesprek te gaan. Er zit van alles in: een gespreksstarter aan de hand van kunst, een werkvorm die je met studenten kan toepassen. Echt heel leuk. En alles is ook door deelnemers van ons lab uitgeprobeerd.
Ja, beslist. Juist omdat het ‘maar’ acht bijeenkomsten zijn en je toch met de groep behoorlijk de diepte in gaat en iets concreets oplevert. Het staat en valt wel met commitment binnen de groep, maar ook dat wordt in de methodiek meegenomen en benoemd.