Verder bouwen aan de kennisinfrastructuur

De PO-Raad, VO-raad, MBO Raad, Vereniging Hogescholen en de Universiteiten van Nederland blikten terug op de ontwikkeling in de afgelopen vijf jaar van de kennisinfrastructuur voor het onderwijs. Daarnaast brachten zij in kaart waar de sectororganisaties de komende vijf jaar aan gaan werken. 

Op 1 april 2019 overhandigden de sectororganisaties Lerend onderwijs voor een lerend Nederland (LOLN): naar een versterkte kennisinfrastructuur voor het onderwijs aan de Minister van Onderwijs. Hierin pleitte zij voor verbetering van onderwijs door kennis uit wetenschappelijk onderzoek beter te benutten en te ontsluiten. Dit vraagt om capaciteit binnen de scholen, een stevige verankering in de kennisregio’s en het oprichten van een landelijk kenniscentrum voor het onderwijs. 

Stevige kennisinfrastructuur belangrijker dan ooit

Er is een begin gemaakt met het onderzoekend samenwerken tussen scholen, lerarenopleidingen en onderzoeksinstellingen in de regio. Freddy Weima, Voorzitter van de PO-Raad, hield een pleidooi voor meer evidence-informed beleid en benadrukte dat een stevige kennisinfrastructuur belangrijker is dan ooit. Zeker met het oog op de uitdagingen rondom kwaliteit, onderwijskansen en personeelstekorten.

Sinds de lancering van LOLN is er met initiatieven zoals de werkplaatsen onderwijsonderzoek en Ontwikkelkracht een fundament gelegd waar verder op voortgebouwd kan worden. 

De kracht van het huidige kennisinfrastructuur

Tien concrete initiatieven (Werkplaats Onderwijsonderzoek POINT, Kennisnetwerk Lerende Leraren, Practoraten, SPRONG Educatief, Ontwikkelkracht, iXperium, Werkplaats onderwijsonderzoek Amsterdam, EducationLab, Kracht uit Dialoog en het NRO) waar onderwijs en onderzoek met elkaar verbonden worden, presenteerden zich aan de deelnemers van de Jubileumwerkconferentie. De organisaties gingen in gesprek over de kracht van het huidige kennisinfrastructuur voor het onderwijs. 

Uit de gesprekken bleek dat er nog veel aandacht nodig is voor de duurzaamheid van de kennisinfrastructuur en voldoende capaciteit binnen scholen.

Wat staat ons de komende vijf jaar te doen?

Voor MBO-docent Dimitri van Dillenis dat duidelijk: één vindplaats, er één centrale plek waar voor de praktijk vertaald onderzoek te vinden is. De versnippering van kennis is nu te groot om te vinden wat je nodig hebt. Een duurzame bekostiging en voldoende tijd en ruimte in de schoolorganisaties moeten de komende vijf jaar prioriteit hebben. Hierdoor is de toegang tot kennis niet afhankelijk van vluchtige subsidies of onderzoeksfinancieringen. “Alleen dan kan je langdurig werken aan onderwijsverbetering”, vindt Renata Voss, voorzitter van het College van Bestuur van BOOR in Rotterdam.

OCW erkent het belang

OWC werkt aan een plan van aanpak voor het belang van een stevige kennisinfrastructuur. Jelte Theisens van het ministerie gaf aan dat het Hoofdlijnenakkoord genoeg aanknopingspunten biedt voor evidence-informed onderwijs en een landelijk kennisinstituut. 

Waardering consistente inzet

Directeur Kennis van OCW Fons Dingelstad sprak zijn waardering uit voor de consistente inzet van de sectororganisaties en voor een duurzame kennisinfrastructuur. Hij kijkt uit naar de aanbevelingen voor de komende vijf. 

Binnenkort volgt de uitwerking van de opgehaalde input van deelnemers van de jubileumconferentie.