Waar iedereen al bang voor was, blijkt nu ook uit cijfers. Utrechtse kinderen met een fors risico op onderwijsachterstand, hebben tijdens de eerste lockdown veel minder bijgeleerd dan de bedoeling is. Blijkt uit het onderzoek, uitgevoerd door de werkplaats Onderwijsonderzoek Utrecht, waarin onderzoekers van Universiteit Utrecht samenwerken met basisscholen om onderwijsachterstanden tegen te gaan. Hieronder het artikel uit het AD 11-01-2021.
Onderzoekers hebben de leerprestaties van bijna 900 kinderen uit groep 5, 6 en 7 van tien scholen in Utrecht onder de loep genomen. Dit gebeurde op scholen met relatief veel kinderen die een risico op achterstand hebben. Hun ouders hebben bijvoorbeeld een migratieachtergrond of een laag opleidingsniveau.
Na het vergelijken van de cito-scores met de kinderen die een jaar eerder in dezelfde groepen zaten, blijkt dat de gemiddelde leerachterstand twee tot drie maanden is. ,,In de periode van de eerste lockdown groeien de kinderen in groep 5 voor rekenen normaal gesproken 20 punten, dit jaar was dat 6 punten”, zegt onderzoeker Lotte Henrichs. ,,Dat is een aanzienlijk lagere Cito-score.’’
Bij kinderen uit groep 5 is de leerachterstand hoger dan leerlingen uit groep 7. Dat komt omdat oudere kinderen zelfstandiger kunnen leren.
De basisscholen waren vanaf half maart vorig jaar tien weken dicht. Kinderen kregen op afstand onderwijs en moesten door hun ouders begeleid worden. Vanaf 1 juni tot de zomervakantie waren de scholen weer deels open. De vrees was dat vooral kinderen uit achterstandswijken de dupe zouden worden omdat hun thuisomstandigheden minder goed zijn dan leerlingen uit hogere sociale milieus.
Bij een goede aanpak zien we betere resultaten. Maar dat vraagt heel veel van leraren.Lotte Henrichs
Een achterstand van een paar maanden of langer is volgens onderzoeker Henrichs wel te repareren, maar daar is veel inspanning van leerkrachten voor nodig. ,,Het reguliere schoolprogramma zit al vol om aan alle kerndoelen te voldoen. Je moet dus echt denken aan leertijdverlenging of zomerscholen om bij te leren.’’
Wat de lagere Cito-scores voor de adviezen voor de middelbare school betekenen, is nog niet bekend. Leraren geven de voorlopige adviezen de komende maanden aan kinderen in groep 7.
Er zijn ook verschillen tussen de leerprestaties op scholen. De onderzoekers concluderen dat naast de achtergrond van kinderen ook de aanpak van het thuisonderwijs een rol speelt. Op sommige scholen zijn leerlingen juist meer vooruit gegaan dan gedacht.
En dat biedt – naast de zorgen over de achterstanden- voor de onderzoekers ook hoop. ,,Bij een goede aanpak zien we betere resultaten. Maar dat vraagt heel veel van leraren. Er is bijvoorbeeld een kleine school met vijftien kinderen in de klas waar de meester de leerlingen elke dag belde. Dat pakte positief uit.’’
De onderzoekers interviewden van elke school de schoolleider en twee leerkrachten. Daardoor werd duidelijk hoe ze het thuisonderwijs organiseerden en welke er zorgen op de scholen leefden. Er zijn nu tips opgesteld waar leraren goede ervaring mee hebben.
Bijvoorbeeld: Vooral in de onderbouw zijn ouders cruciaal. Probeer snel je verwachtingen aan ouders duidelijk maken, bijvoorbeeld door een groepsgesprek in whatsapp of een filmpje dat je rondstuurt. Geef concrete aanwijzingen, bijvoorbeeld over het minimale aantal minuten dat kinderen moeten lezen en welke sommetjes ze moeten kunnen.’’
Mijn indruk is dat leraren hebben geleerd van de eerste periode en nu sneller op stoom kwamen.Lotte Henrichs
Sinds de tweede lockdown in december zijn de scholen opnieuw dicht. Binnenkort beslist het kabinet of de maatregelen verlengd worden. Of de huidige sluiting opnieuw leerachterstanden veroorzaakt, kan Henrichs nog niet zeggen. ,,Mijn indruk is dat leraren hebben geleerd van de eerste periode en nu sneller op stoom kwamen. Maar het blijft speculeren.’’