Lessen uit het rapport ‘In open science toont zich de meester’
Hoe krijgt publieke betrokkenheid vorm in het onderwijsonderzoek? Het rapport In open science toont zich de meester schetst op basis van interviews, literatuur en beleidsdocumenten de wereld van onderwijsonderzoek, van agendering tot implementatie. Het rapport geeft duiding bij belangrijke vragen als: voor wie zetten we de wetenschap eigenlijk open? Hoe zorgen we voor tweerichtingsverkeer tussen wetenschap en samenleving? En wat levert publieke betrokkenheid bij wetenschappelijk onderzoek dan op voor de samenleving en de wetenschap? Daarnaast bevat het rapport vier algemene lessen over publieke betrokkenheid bij wetenschappelijk onderzoek die wij graag met u delen:
- Coördineer betrokkenheid
Wanneer betrokkenheid bij onderzoek van mensen van buiten de wetenschap wordt overgelaten aan individuele initiatieven, wordt de stem van mensen die minder tijd hebben of minder ‘dicht bij het vuur’ zitten niet gehoord. Daarom is in onderzoeksvelden van groot maatschappelijk belang enige coördinatie van betrokkenheid wenselijk.
Het onderwijsonderzoek is een onderzoeksveld waarin publieke betrokkenheid plaatsvindt zonder veel coördinatie. Hierdoor ontstaat het risico dat deze betrokkenheid zich beperkt tot de mensen die er de ruimte voor hebben, en dat dit leidt tot een tweedeling in het veld. Sommige scholen hebben de tijd en middelen om met onderwijsonderzoek bezig te zijn terwijl dit voor scholen in achterstandswijken of met veel kwetsbare leerlingen niet mogelijk is. Scholen die bij onderzoek en ontwikkeling betrokken zijn, kunnen innovatiever worden, ambitieuzere leraren aantrekken en hun voorsprong op anderen vergroten. Dit vergroot de kansenongelijkheid in het onderwijs.
- Breng alle belangen aan tafel
Het vereist oog voor de brede diversiteit aan belangen die met onderzoek gemoeid zijn om alle relevante partijen bij onderzoek te betrekken. Betrokkenheid komt gemakkelijker tot stand naarmate belanghebbenden meer georganiseerd zijn en hun belangenorganisaties meer oog hebben voor wat onderzoek hen kan opleveren.
In het onderwijs bemoeien organisaties van ouders en leerlingen zich nauwelijks met de kennisagenda, en vakverenigingen van leraren en vakbonden ook niet. Dit heeft invloed op de vragen die er in het onderwijsonderzoek worden gesteld. Om deze belangenbehartigers toch te betrekken bij onderzoek, kan het helpen hen uitdrukkelijk te vragen aan de onderzoeksagenda bij te dragen en hun invloed op de programmering zichtbaar te maken.
- Maak publieke betrokkenheid voor alle partijen aantrekkelijk
De criteria waarop onderzoekers beoordeeld worden, stuurt de manier waarop ze onderzoek doen. Binnen de wetenschappelijke gemeenschap krijgt publiceren in internationale tijdschriften meer waardering dan het vertalen van kennis naar de praktijk. Wil samenwerking met het publiek voor wetenschappers aantrekkelijk zijn, dan moet dat in het systeem van ‘erkennen en waarderen’ een plek krijgen.
Evenzo moet onderzoek aansluiten bij de wensen en behoeften van mensen uit het praktijkveld. In het geval van onderwijsonderzoek moet het onderwijsprofessionals, ouders en leerlingen perspectief bieden op concrete resultaten waarmee ze aan de slag kunnen in de klas. Hoe meer onderzoek aansluit op de intrinsieke motivatie van belanghebbenden in het veld, des te eerder ze geneigd zijn eraan bij te dragen.
- Overbrug het verschil in tijdshorizon tussen onderzoek en de praktijk
Onderzoek en praktijk kennen vaak een andere tijdshorizon. Waar onderzoekers rekenen in termen van jaren, kijkt de praktijk vaak naar de problemen van vandaag. In het onderwijsveld zoeken docenten, belangenbehartigers en bestuurders een onmiddellijke oplossing voor urgente uitdagingen, zoals de grote diversiteit aan leerlingen in de klas, het nijpende lerarentekort en de thuisproblematiek die scholieren mee naar school brengen. Zij kijken daarom minder naar onderzoek, dat pas op termijn resultaat kan opleveren.
Een manier om het verschil in tijdshorizon te overbruggen, kan soms gevonden worden door onderzoek meer stapsgewijs en interactief in te richten. Daarbij levert het onderzoeksproces tussentijdse inzichten op, die alvast toepasbaar zijn in de praktijk en waarmee het onderzoek ook weer kan worden bijgestuurd.
Download hier het rapport In open science toont zich de meester
Rathenau Instituut (2020). In open science toont zich de meester – Publieke betrokkenheid bij onderwijsonderzoek. Den Haag (auteurs: Scholvinck, A.F.M, S. van Ewijk, W. Scholten & P. Diederen)